neushoornleguaan
De neushoornleguaan dankt zijn naam aan de drie hoornachtige knobbels net voor de neusgaten bij de volwassen exemplaren. Bij de vrouwtjes blijven deze klein, maar bij de mannetjes lijken de knobbels op een neushoorn.[3] De neushoornleguaan kan een lichaamlengte bereiken tot 1,2 meter, de mannetjes worden groter dan de vrouwtjes. De kleur is grijzig tot olijfgroen met nauwelijks zichtbare donkere dwarsbanden, op de staart echter zijn ze duidelijk aanwezig.
Over de bovenzijde van de rug en de staart is een duidelijke kam aanwezig, die onderbroken is boven de staartwortel. De kam is vooral bij de mannetjes geprononceerd en doet denken aan een zeil. Met name in de nek is de kam verhoogd. Over de gehele lengte zijn stekelachtige schubben aanwezig. Aan de onderzijde van de kop draagt de leguaan een keelwam.
De neushoornleguaan is sterk warmteminnend en houdt van hoge temperaturen en veel zonlicht. De leguaan spendeert veel tijd aan het nemen van een zonnebad. Alleen als het echt te heet wordt zoekt de leguaan de schaduw op.
De neushoornleguaan eet voornamelijk planten. Jonge dieren eten juist meer insecten, maar gaan geleidelijk aan meer fruit eten. Het is een bodembewonende soort, maar om bij vers fruit te komen wordt nog wel eens in een boom geklommen. Ook landkrabben en krekels worden soms gegeten. Van de populatie op het eiland Mona is bekend dat ook rupsen worden gegeten.[3] In gevangenschap wordt ook wel ander voedsel geaccepteerd, zoals regenwormen, cavia's en aardappelen.