stier

Stieren worden gehouden voor hun sperma, om de koeien te bevruchten en nageslacht te verwekken. In de moderne veeteelt gebeurt deze bevruchting veelal via kunstmatige inseminatie. Stierkalveren worden gebruikt voor vleesproductie en worden veelal jong geslacht, omdat er voor de fokkerij slechts enkele volwassen stieren nodig zijn. Stieren worden nu nog slechts zelden op melkveebedrijven gehouden maar vaker alleen op KI-stations.

Omdat een os minder agressief is dan een stier, zijn ossen goed geschikt als trekdieren. Ossenhaas en ossenstaartsoep zijn gerechten die naar ossen zijn genoemd, maar ook wel van andere runderen worden gemaakt. Een bullenpees is een gedroogde stierenpenis en wordt gebruikt als zweep en hondenvoer.

Op het Iberisch Schiereiland en in verschillende Spaanssprekende landen in Zuid- en Midden-Amerika worden stierengevechten gehouden, waarin een torero (en daarna de matador) een gevecht aangaat met een speciaal daarvoor gefokte vechtstier. Deze tauromachia heeft een lange en diverse culturele traditie. In Zuid-Frankrijk kent men bijvoorbeeld de course Camarguaise waarbij de stier niet gedood wordt en de course landaise waarbij men over het rund heen springt. Het stierspringen heeft eveneens een lange traditie. In Spanje wordt dit recorte genoemd. Ook in Azië vindt men verschillende soorten folkloristische spelen en festiviteiten rondom de stier.

Een onderdeel van een rodeo is het berijden van een stier. In het westernrijden en de Chileense rodeo in het afzonderen van jonge koeien en stieren tot een sport verheven.