groene wateragame

De staart vertoont bij volwassen dieren een gebandeerd patroon, dat bij de staartwortel overgaat in een egale, lichtgroene kleur. Drie of vier lichtere schuine strepen in de zij en de zwarte strepen van de ogen tot de nek zijn typerend voor de dieren. De mannetjes zijn van de vrouwtjes te onderscheiden door een grotere stekelkam op rug en met name nek en staartwortel, meer donkere strepen van oog naar nek, een grotere kop en een fellere buik, meestal oranjegeel in plaats van lichtgeel. Ook de femorale poriën, de poriën in de dijen, zijn bij het mannetje duidelijk groter. Net als bij veel andere hagedissen zit er 6 tot 8 mm van het einde van de nekkam een 'derde oog': een stuk huid met lichtgevoelige cellen die geen beeld kunnen vormen zoals de andere twee ogen, maar wel grove licht/donker-verschuivingen kunnen waarnemen, handig als een vijand van boven nadert, zoals een roofvogel.De wateragame eet insecten, en na een paar maanden beginnen de dieren ook wat fruit en groene plantendelen te eten. Na ongeveer een half jaar wordt fruit onontbeerlijk en maken insecten nog maar de helft van het voedsel uit; de wateragame gaat echter niet over op een vegetarisch dieet, zoals de groene leguaan. De Chinese wateragame leeft in tropische gebieden, in bomen en struiken langs oevers, en is een goede klimmer en springer. De dieren zijn erg gesteld op water; ze doen er hun behoefte in en houden van te zwemmen. Na een maaltijd wordt in het water 'gepoedeld'; de kop wordt in het water geschud, terwijl de poten langs de kop strijken. Dit dient om zich van parasieten en voedsel- en huidresten te ontdoen.